In de aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezing is het bal bij de sociale media. Maar niet alleen dan. Steeds vaker horen we verhalen over Chinezen en Russen die verkiezingen elders willen beïnvloeden en de sociale netwerken gaan vervolgens aan het wieden om nepnieuws en leugens uit te bannen. Het irritante daarbij is dat die bedrijven zelf bepalen wat leugens zijn en wat nepnieuws is.
Dat lijkt me een kwalijke ontwikkeling en begint naar willekeur en censuur te ruiken. Al eerder heb ik in dit blog gewezen op de idiote ideeën die hierover bij de Nederlandse overheid en bij de de EU leven. Die willen het nepnieuws uitbannen, maar de overheid is natuurlijk wel de laatste die mag uitmaken wat nepnieuws en wat echt nieuws is.
Dat de Facebooks en de Instagrams, Twitters of wat dan ook hun straatje proberen schoon te vegen (zal ze nooit lukken) zou je hun goed recht kunnen noemen, maar het vervelende is dat die media nogal grote maatschappelijke invloed hebben. Het wordt tijd dat we eens gaan bedenken wat we daaraan kunnen doen; niet om ze te breidelen, maar om te voorkomen dat ze willekeurige censuur gaan toepassen. De sociale media zou je als de nieuwe journalistiek kunnen zien. Hoe ging dat bij de journalistiek, en dan heb ik het vooral over kranten, ook weer in zijn werk? Er is werk te doen om te voorkomen dat we China, Rusland of, als dat zo door gaat met Trump, Amerika worden, dat internet zijn vrijheid kwijt raakt…
arno s.