Een parlementaire commissie gaat bekijken of de berichtgeving van de Britse krant The Guardian rond de onthullingen van Edward Snowden over de activiteiten van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA de Britse staatsveiligheid niet in gevaar heeft gebracht. Dat heeft het Britse Lagerhuislid Keith Vaz, voorzitter van de commissie buitenlandse zaken, gister meegedeeld, enkele uren nadat David Cameron dat idee had geopperd. Volgens de Labourafgevaardigde zal het, uitgebreide, onderzoek plaatsvinden in juli volgend jaar en zal het terrorismebeleid van de overheid worden onderzocht. Lees verder
Categorie archieven: Sociale media
China heeft ‘webpolitiemacht’ van 2 miljoen man
Volgens het Franse persbureau AFP betaalt China tweemiljoen mensen om toezicht op internet te houden. Het persbureau citeert officiële media in China. Velen van dit leger internetgluurders zoeken simpelweg op trefwoorden het Chinese web af. Het aantal leden dat deze ‘webpolitie’ zou hebben, was al lang onderhevig aan speculatie. Het is nog maar zeer de vraag of dit cijfer wel het juiste is.
De webgluurders zijn in dienst van de Chinese organisatie voor propaganda, maar ook van commerciële bedrijven. Ondanks dit leger, slaagt de Chinese overheid er niet in de overal in het land voortdurend opklinkende kritiek de mond te snoeren. Eerder al werden Facebook en Twitter in China verboden met het oog op de massa’s kritiek op de Chinese overheid die via deze media naar buiten kwamen. Het heeft niet mogen baten. Ook de eigen twitter-variant Weibo is de laatste tijd aan banden gelegd en klagers en critici en worden hier en daar ook daadwerkelijk aangepakt, maar dat gebeurt vrij willekeurig. Volgens het Chinese hooggerechtshof kunnen internetters drie jaar de bak in draaien voor ‘misleidend’ nieuws dat meer dan 5000 keer is gelezen of meer dan 500 keer is doorgestuurd. China heeft 500 miljoen internetters. Het is niet erg waarschijnlijk dat de Chinese overheid die massa kan temmen, ondanks zijn tweemiljoen ‘webagenten’. Misschien moeten de Chinezen eens bij de NSA op de thee gaan. Op merkelijk is dat het bericht op dit moment (maandag 7 oktober, 22.06 u) van de webstek van de Franse krant Le Monde is verwijderd. De lange arm van de Chinese webpolitie?
Bron: Le Monde
Houd Facebook voor de gek
Ik vind het onbegrijpelijk waarom Facebook zo populair is, maar ik moet me neerleggen bij de harde werkelijkheid. Facebook probeert zo beetje alles van je te pikken wat je zo ruimhartig op het wereldwijde web gooit. En het is natuurlijk zo vreselijk handig dat je foto’s meteen worden benaamd: dat is Joop, dat Ineke en die gast is Kevin… Gezichtsherkenning is normaal (en vindt iedereen kennelijk normaal). Het bedrijf maakte op dit terrein even een pas op de plaats (of trok zich zelfs wat terug), maar er ligt een nieuw gebruikersvoorstel waarin Facebook het recht krijgt je profielfoto te gebruiken voor gezichtsherkenning. Je kunt daar stennis over gaan maken of een plaatje van je hond als profielfoto nemen of je koopt een hoofdshirt van Simone Niquille met bekende koppen om Facebook voor de gek te houden. Lees verder
Californië geeft jongeren de kans digitaal verleden te wissen
Een nieuwe wet in de Amerikaanse staat Californië geeft jongeren tot 18 jaar over een dik jaar het recht hun digitale verleden te wissen. De nieuwe wet zal, als het goed is, met ingang van 1 januari 2015 van kracht worden. Dat is om de betrokken bedrijven de gelegenheid te geven hun webstekken aan te passen. De indieners van de wet vinden dat jongeren niet hun hele leven hoeven te boeten voor wat ze in hun jonge leven voor onverantwoordelijks hebben uitgespookt op internet. “Die misstappen achtervolgen je je hele leven”, stelt James Steyer, oprichter van Common Sense Media in de San Francisco Chronicle. Lees verder
NSA dwingt techbedrijven ‘achterdeurtjes’ te maken
Zes jaar geleden vonden twee kryptografische onderzoekers van Microsoft een raar lek in een versleutelingssysteem (een getallengenerator) voor de Amerikaanse overheid. Het tweetal, Dan Shumow en Niels Ferguson, vonden een ‘‘achterdeur’ via welke een derde de code kon breken. Sedert de onthullingen van Edward is bevestigd wat iedereen al vermoedde: die achterdeur was daar aangebracht door de NSA. Het bleek nog erger te zijn. De NSA dwong (en dwingt?) makers van beveiligingssystemen zwakheden in te bouwen, zodat de veiligheidsdienst er altijd ‘in’ zou kunnen komen.
De documenten laten zien dat de NSA de versleuteling kan kraken van alledaagse beveiligingssystemen zoals SSL (Secure Sockets Layer) en de virtuele private netwerken (VPN), die veel bedrijven gebruiken ter beveiliging van hun vertrouwelijke communicatie. Diensten als de NSA brengen daar tegenin dat terroristen dezelfde diensten gebruiken als Amerikanen en het dus noodzakelijk is die berichtgeving te kunnen ontsleutelen. Bij een toenemende webspionage, ook door China en Rusland, kan de NSA het zich niet veroorloven grote stukken van het web te negeren, is het verweer.
Die nieuw verworven wetenschap knaagt natuurlijk aan het vertrouwen dat mensen en bedrijven in de beveiligingsbranche hebben. De jongste onthullingen rond het NSA-schandaal leren dat de dienst beschikt over een grote databank met gegevens hoe beveiligingsprogrammatuur en -systemen kunnen worden ontsleuteld.
David Dampier, hoofd computerbeveiligingsonderzoek van de staatsuniversiteit van Mississippi vindt dat niet best, maar het verbaast hem niks. “Er is geen versleuteling te bedenken die 100% waterdicht is. Wat een bedrijf je ook verkoopt, de code kan gebroken worden.“ Volgens gelekte gegevens over de begroting van de NSA in de New York Times, zou de dienst met zowel Amerikaanse als buitenlandse it-bedrijven hebben samengewerkt. “De veranderingen in ontwerp hebben de systemen ‘hanteerbaar’ gemaakt.”, staat ergens in die documenten.
“Als dit waar is”, zegt beveiligingsdeskundige Daniel Castro van ITIF, “dan is dat een pervertering van de democratie. Dit is slecht voor de concurrentiepositie van Amerikaanse bedrijven.” Castro schreef vorige maand in een rapport dat het hele NSA-schandaal de Amerikaanse bedrijven die digitale opslagruimte aanbieden (‘wolk’) in drie jaar 35 miljard dollar (zo’n 26 miljard euro) kunnen gaan kosten.
De getallengenerator uit het begin van dit verhaal, de Dual_EC_RNG, was nauwelijks een succes. De versleutelaar was traag, klunzig, maar wordt onderdsteund door het besturingssysteem Windows. Microsoft zei in het verleden de overheid nooit directe, vrije toegang gegeven te hebben tot klantgegevens, zegt dat ook vandaag nog, maar misschien was dat ook helemaal niet nodig.
Inmiddels is volksvertegenwoordiger Rush Holt van plan wetgeving op gang te brengen die de ongebreidelde nieuwsgierigheid van diensten als de NSA aan banden moet leggen. “We betalen ze om te spioneren, maar als dat betekent dat beveiligingsprogrammatuur ingebouwde zwakheden heeft dan is dat een ondienst”, zei hij in de New York Times. Niet opgehelderd is hoe het mogelijk is dat de beveiligingsbedrijven zich hebben laten ringeloren daar de NSA, vooral wat de niet-Amerikaanse bedrijven betreft. Waar zou die dienst mee gedreigd hebben?
Bronnen: Wired, New York Times
Is een weboorlog onwaarschijnlijk?
De Britse onderzoeker Thomas Rid stelt in een commentaar in het Britse populair wetenschappelijke blad New Scientist dat het zeer onwaarschijnlijk is dat er oorlog op het web komt. Hij schreef dat commentaar naar aanleiding van het uitkomen van zijn boek Cyber war wil not take place. Zo’n 20 jaar geleden verklaarde de Amerikaanse denktank Rand Corporation dat de weboorlog er aan zou komen. In 2005 verklaarde de Amerikaanse luchtmacht klaar voor de strijd te zijn die zij zeker zou winnen, een oorlog in het vijfde domein (na land, zee, lucht en ruimte). De Amerikanen steken er geld in: zo’n 4,3 miljard dollar per jaar voor 231 aanvalsoperaties (2011).
Hoe zou zo’n weboorlog er uit zien? Historisch gezien moet een oorlog gewelddadig (je dient de vijand uit te schakelen), instrumenteel en politiek zijn. Geen enkele webaanval voldoet aan deze drie criteria, stelt Rid, werkzaam bij de afdeling oorlogsstudies van het King College in Londen. Heel weinige voldoen met moeite aan een van de drie criteria. Er is nooit iemand gewond geraakt bij zo’n aanval, nooit viel een staat een andere staat aan. Heel zelden werden de aanvallen uitgevoerd door mensen in staatsdienst, zodat een echte oorlog, niet de metafoor, er nooit is geweest en er zeer waarschijnlijk ook nooit zal komen.
Dat wil niet zeggen dat er geen webaanvallen plaatsvinden. We kennen het verhaal van de aanval die de VS en Israël uitvoerden met de computerworm Stuxnet om het atoomverrijkingsprogramma van Iran te dwarsbomen. Je kunt de levering van elektra of van water verstoren via computer, maar dat zou volgens Rid nog nooit zijn gebeurd. Is dat oorlog, vraag hij zich dan af of eerder sabotage of spionage? Dat lijkt dan meer een woordenspel. Als je er door een inbraak op een computersysteem van een energieleverancier de energielevering in een land kan stilleggen, dan zou je dat toch als een uiterst effectieve manier van oorlogvoeren kunnen zien. Daar heb je geen soldaten met geweren voor nodig, die ook nog eens het risico lopen gedood te worden.
Webaanvallen zijn, geeft hij toe, niet ongevaarlijk. Computersystemen sturen van alles en nog wat dat in onze hedendaagse maatschappij als onmisbaar wordt beschouwd zoals gasleidingen, trein- en vliegverkeer, chemische installaties, liften en medische apparaten. Onze maatschappij is daar in toenemende mate van afhankelijk en dus steeds kwetsbaarder. Toch, zegt Rid, is het aantal ‘gewelddadige’ computeraanvallen tegen westerse doelen nul. Waarom? Omdat zo’n aanval lastiger is dan ie er uit ziet, zegt hij. Regelsystemen voeren vaak zeer specifieke taken uit. Dat beperkt de mogelijkheden van de aanvaller en zelfs al slaagt de aanvaller er in een specifiek systeem aan te vallen, dan zullen die geen groot effect hebben, is zijn redenering.
Spionage is een andere kwestie. Dat gevaar is reëel. Er wordt ingebroken om niet-openbare informatie te achterhalen, maar dat is volgens Rid geen oorlog.
Dan is er nog de mogelijkheid de ‘vijand’ geestelijk te ondermijnen via de sociale media en andere webdiensten. Twitter en Facebook hebben het organiseren van protest makkelijker gemaakt dan ooit, maar ook dat vindt hij geen oorlog.
Computeraanvallen zijn heel wat minder gewelddadig dan het ouderwetse oorlogshandwerk. Natuurlijk, een beetje handige webber kan een webstek platleggen, bestanden wissen en al dat soort ongein. Hij/zij kan ‘achterdeurtjes’ van computers openen, programma’s aanpassen en dergelijke, maar het is allemaal een stuk minder spannend en riskant dan er geheime agenten op uit te sturen om in andere landen clandestiene dingen te doen. Het vorig jaar wilde het Amerikaanse ministerie van defensie een onderscheiding instellen voor droonbedieners en uitvoerders van webaanvallen. De echte soldaten protesteerden heftig toen bleek dat de nieuwe onderscheiding meer waard zou worden dan het bekende Purple Heart. Het plan is geschrapt.
Eigenlijk vindt Rid dat we dat het voorvoegsel cyber of web moet laten vallen. Spionage is spionage. Er zijn mensen die baat, denken te, hebben bij het begrip weboorlog. Een oorlog vereist voorzorgsmaatregelen, geeft het recht acties uit te voeren die in vredestijd niet geaccepteerd zouden worden, onder het mom dat dat goed is voor onze veiligheid. We hoeven hierbij maar aan het afluisterschandaal van de NSA te denken, maar de NSA is zeker niet de enige veiligheidsdienst die zich zoveel brutaliteit meent te kunnen permitteren. De oorlog wordt niet op het web gestreden, is de overtuiging van de oorlogsonderzoeker. Defensie zou zich op de ‘echte’ oorlog moeten concentreren, aldus Thomas Rid. Dat is al moeilijk genoeg, getuige het gehannes van Obama rond de gifaanval in Syrië.
Bron: New Scientist
Syrisch e-leger ‘overvalt’ NY Times en Twitter
De webstek van de New York Times heeft er op de nacht van dinsdag op woensdag twee uur uit gelegen als gevolg van een cyberaanval, zo meldt de Franse krant Le Monde. Ook de kwetterdienst Twitter zou zijn aangevallen door het zich noemende Syrische elektronische leger (SEA), een groep jonge e-krakers die de Syrische tiran Basjar al-Assad steunt.
Onbekend is wie er achter de aanvallen schuil gaat. De groep is al twee jaar actief. Ze heeft al diverse cyberaanvallen opgeëist, onder meer op de webstekken van CNN en Time. Half augustus zou het SEA de stek hebben platgelegd van het bedrijf Outbrain dat teksten levert voor kranten als de Washington Post.
Het Twitter-profiel van de fotodienst van het Franse persbureau AFP, de enige met een bureau in Damascus, zou net als de BBC-profielen op de sociale media, die van Al-Jazeera en de Financial Times er last van hebben gehad. Volgens een woordvoerster van de New York Times was die aanval er wel degelijk. Twitter meldde dat zijn fotodienst Twimg.com verstoord is geweest als gevolg van problemen met domeinnamen, maar dat geen informatie van gebruikers zou zijn onderschept. De aanval zou zijn gedaan via domeinregistratie. De aanval op het Australische domeinregistrator MelbourneIT, die onder veel meer Twimg.com ‘huisvest’ doet vrezen dat de Syrische e-krakers zich op hoog niveau toegang tot de servers van het bedrijf hebben kunnen verschaffen. Als ze eenmaal in dat systeem zitten, kunnen ze de toegang tot een domeinserver blokkeren zoals dus bij Twimg.com het geval was. Deze manier van kraken is redelijk geavanceerd, waarbij er van moet worden uitgegaan dat de fout niet bij MelbourneIT lag. Het is echter onwaarschijnlijk dat de cyberaanval een directe reactie zou zijn op de dreiging met militaire actie van het Westen tegen Syrië, zo stelt Le Monde. Daarvoor gaat er te veel tijd mee heen.
Bron: Le Monde (foto: Le Monde)
Pagina Facebook-baas gekraakt
De persoonlijke pagina van Facebook-baas Mark Zuckerberg is gekraakt door de Palestijnse e-kraker Chalil Shreateh, die wilde laten zien dat er beveili-gingslekken in Facebook zitten. Hij ging met die wetenschap naar het sociale netwerk, maar hij werd genegeerd. Daarop besloot hij de eigen pagina van de grote baas zelf te kraken.
Hij vertelt op zijn blog hoe hij een manier vond de beveiliging te omzeilen en de berichten van een gebruiker op een Facebook-pagina te veranderen. Hij postte een video van Enrique Iglesias op het Facebook-profiel van een bekende van Zuckerberg. Nadat hij dat Facebook meldde en nul op het rekest kreeg, besloot hij een bericht op de Facebook-pagina van Zuckerberg zelf te zetten.
“Beste Mark Zuckerberg, het spijt me dat ik de vertrouwelijkheid van Uw pagina heb moeten doorbreken om er een bericht op te zetten, maar er bleef me geen andere keus over nadat ik het veiligheidslek gemeld had aan het team van Facebook. Ik heet Chalil en kom uit Palestina.”
De pagina werd onmiddellijk van het web genomen. Zondag schreef veiligheidsingenieur Matt Jones van Facebook in een forum dat het gemelde lek dinsdag ervoor al was gerepareerd. Nu blijkt Facebook wel belangstelling voor de vindingen van Chalil te hebben. Volgens een woordvoerder heeft Facebook Chalils melding niet genegeerd, maar de Palestijn had te weinig gegevens verstrekt. Bovendien is het kraken van pagina’s om veiligheidslekken aan te tonen, niet aanvaardbaar, aldus de woordvoerder.
Bron: Le Monde
Venezuela: “Gooi het smoelenboek dicht”

Het lijkt helemaal geen slecht advies van de Venezuelaanse minister Iris Varela om Facebook er aan te geven. De Zuid-Amerikaanse bewindsvrouw deed haar oproep naar aanleiding van de heksenjacht die de VS hebben geopend op klokkenluider Edward Snowden. Zoals bekend heeft Snowden de grootscheepse afluistercampagne van de Amerikaanse veiligheidsdienst NSA in de openbaarheid gebracht. Bij die afluistercampagne graaide die dienst ruimhartig in de gigantische ‘bak’ persoonlijke berichten op, onder veel meer, Facebook. Amerikaanse diensten dwingen Amerikaanse bedrijven om ze toegang tot persoonsprofielen te geven op bijvoorbeeld Facebook en Twitter, maar ook tot e-mail-rekeningen en Google. Het is dan natuurlijk handig dat dat soort gegevens niet bij Amerikaanse bedrijven of op Amerikaanse servers te vinden is. “Als Facebookgebruiker ben je een gratis tipgever van de CIA”, schreef Varela op haar Twitter-profiel. Dat zou ze niet meer moeten dan als ze konsekwent is. Twitter is ook Amerikaans. “Landen en individuen zouden VS voor het gerecht moeten dagen en schadevergoeding moeten eisen”, zei Varela, een fervent Chavez-aanhanger.
Vemezuela heeft Snowden politiek asiel aangeboden. Hoe Snowden van vliegveld Sjeremetjevo in Moskou naar Zuid-Amerika moet komen is nog steeds de grote vraag. Vele landen, ook in Europa, durven een confrontatie met de VS over Snowden niet aan. Lafbekken.
Bron: Le Monde
We lijden aan aitem
Tegenwoordig zijn mensen constant bezig met hun mobieltje. Er heerst kennelijk een grote Angst Iets TE Missen (hierbij aitem gedoopt). Die, wijdverbreide, ziekte gaat met koorts gepaard. Waar zijn mijn vrienden? Waarom weet ik daar niks van? Is het ergens anders niet leuker? Aitem. Vooral jongeren onder de 30 lijden er aan. Het leven moet tenslotte lol zijn, leuk.
De angst niet te zijn daar waar het gebeurt is natuurlijk van alle tijden, maar de sociale media hebben die angst nog eens extra aangescherpt. En zo kan het dus gebeuren dat we 150 keer per dag op onze slimtel kijken, van feestje naar nafeest rennen, want daar gebeurt het natuurlijk echt. En we liegen een hoop bij elkaar op de smoelenboeken en kwetters.
Zoals gezegd, vooral jongeren hebben last van aitem. De Washington Post meldt dat tweederde van de onder-33-ers er last van heeft, van aitem. Dat zullen wel Amerikanen zijn, maar het zal hier niet veel anders zijn, denk ik. Of het goed of slecht is, daar zijn de geleerden het nog niet over eens, neurotisch is het wel. Bovendien lijkt het er op dat er voor velen maar een levensdoel bestaat: Laten-we-lol-maken zoals dat befaamde hondje van Ko van Dijk.