DNA moet ‘reclameprofiel’ verbeteren

Er zijn mensen die zich zorgen maken over de inbreuken op hun privésfeer op internet. Via je surfgedrag, berichten op de Facebooks en Hyves of via de inhoud van je e-berichten op GMail kunnen bedrijven achterhalen wat je voorkeuren zijn om je te kunnen bestoken met gerichte reclame en andere zooi. Het kan nog doller, maar dan moet het slachtoffer zelf wel zijn medewerking verlenen: een ‘personificatie’ van de te ontvangen reclame via het eigen DNA. Het webblad Wire meldt dat het bedrijf Miinome is begonnen met DNA-personificatie. “We zijn de eerste marktplaats van het menselijk genoom voor leden”, zegt Paul Saarinen, baas van Miinome.
Het bedrijf combineert de gebruikelijke persoonlijke gegevens van het web (Facebook enz.) met de genetische informatie, om bedrijven inzicht te geven waar deze ‘meneer Jansen’ of die ‘mevrouw Pietersen’ behoefte aan zou kunnen hebben. De slachtoffers zelf hebben zeggenschap over welke eigenschappen ze openbaar willen maken. Als iemand blijkens zijn genoom vatbaar is voor kaalheid en er blijkt uit je Facebook gebabbel dat je last hebt van stress en dat je rookt, dan zou je advertenties kunnen krijgen voor nicotinepleisters of yoga-cursussen. Je moet, zoals gezegd, daar wel mee instemmen. Volgens Saarinen krijgen de bedrijven geen inzicht de genetische informatie van de ‘leden’ van Miinome. DNA als verkoop'middel'
Miinome verdient zijn geld via het aantal keren dat een deelnemend bedrijf aangeklikt wordt door een ‘lid’. Wire stelt nog de vraag over de veiligheid van zo’n operatie, want Miinome kan wel beweren dat de genetische gegevens geanonimiseerd zijn, maar is dat ook zo? Hoe veilig zijn iemands genetische gegevens bij een webbedrijf en wat als ik van mijn ‘lidmaatschap’ af wil? Verdwijnen die genetische gegevens dan ook radicaal van internet?
Het ‘lek’ hoeft niet eens bij Miinome te zitten. Internetters zijn nogal slordig. Het blijkt uit recent Frans onderzoek dat websurfers zeggen zich bewust te zijn van de risico’s van internetgebruik, maar dat ze zich in de praktijk toch heel onvoorzichtig gedragen. Een aanzienlijk deel, bijvoorbeeld, gebruikt steeds hetzelfde wachtwoord: 42%, bij jongeren onder de 25 zelfs 58%.
Bron: Wire en Le Monde