Dirk Helbing van ETH in Zürich en Marcello Ienca van de TU München wijzen in artikel in Ethics & Information Technology op de gevaren die er ontstaan als neuro-, nano-, bio- en digitale technologie met elkaar versmelten. Dergelijke ‘samenkomsten’ op technologisch gebied zijn vaak een voedingsbodem voor ingrijpende innovaties. Grenzen tussen de fysieke, biologische en digitale wereld vervagen en daarmee ook de regelgeving, waarschuwen ze. Ze komen met een voorstel.
Volgens het tweetal heeft het samenvallen van die technologieën grote gevolgen voor individu en maatschappij. Wat die gevolgen kunnen zijn is al een aantal jaren te zien in de digitale wereld. Zo’n tien jaar geleden was Helbing betrokken bij de opstelling van het digitale manifest. Toen ging het over manipulatie, het verzamelen van persoonsgegevens.
Inmiddels is het ook oorlog op het wereldwijde web. Propaganda, verkiezingsbeïnvloeding, nepnieuws en digitale inbraken zijn aan de orde van de dag. Onze privésfeer wordt steeds kleiner (overigens niet in de laatste plaats door onze eigen naïviteit en domheid).
Ook op andere terreinen snelt de ontwikkeling voort en ontstaan er ook steeds meer overlappingen met andere vakgebieden. Zo maakt de steeds kleinere elektronica het mogelijk allerlei taken in het menselijk lichaam uit te voeren, zoals het bijhouden van ‘spiegels’ van stoffen in het lichaam of het gedoseerd afleveren van medicijnen. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn dat die sensoren en andere elektronische componenten in nanoafmetingen kunnen worden gemaakt (1 nm= eenmiljoenste meter) om allerlei gegevens te verzamelen en ziektes vroegtijdig te ontdekken.
Leugendetector
Je kunt met minuscule elektroden de activiteiten van duizenden neuronen tegelijkertijd waarnemen, maar ook manipuleren. Er zijn ideeën om op die manieren niet goed functionerende hersenfuncties te ‘repareren’. Er zijn ideeën, en meer dan dat, om met hersenimplantaten epilepsie te ‘genezen’ en dergelijke. Ook hersen/computerverbindingen zouden zowel therapeutische als ‘mensverbeterende’ toepassingen kunnen hebben. Op die manier zou je met je ‘gedachten’ een telefoon of computer kunnen bedienen, maar zou je ook allerlei ‘wijsheid’ van buiten kunnen laden.
Er zijn al pogingen gedaan om uit hersensignalen op te maken wat mensen denken. Dat werkt nog niet feilloos (verre van dat, zelfs), maar alles duidt er op dat we op een dag geen leugendetector meer nodig hebben om iemands gedachten te ‘raden’. Als dat zo ver is dan is de stap naar manipulatie dus ook niet ver meer.
Dat klinkt misschien wat futuristisch, maar volgens het tweetal (en mij=as) wordt aan die ontwikkelingen wereldwijd hard gewerkt, niet in de laatste plaats gestimuleerd door de interesse van militaire zijde.
Die technologieën en vooral de onderlinge verbondenheid maken het risico van inbraak nog groter dan dat er nu al in de digitale wereld is, betoogt het tweetal. Ze stellen dat lang voordat precisiemedicatie en neurotechnologie betrouwbaar kunnen werken die al door maar ook tegen mensen zullen worden ingezet.
Gaten
Dat vraagt om maatregelen, maar volgens de twee is de huidige regelgeving daar niet geschikt voor, want ontoereikend. Ze komen met een voorstel de gaten in de huidige regelgeving te dichten. Centraal in hun systeem is de participatie. We zullen het beheer over onze gegevens moeten herwinnen. Dat geldt ook voor onze digitale ‘dubbelganger’ in ons hoofd en in de rest van ons lichaam. Daar is volgens het tweetal nog veel te weinig aandacht voor en, o ja, een brede discussie over dat onderwerp zou niet onwelkom zijn.
Bron: idw-online.de