Apple is (weer) gevraagd door de Amerikaanse justitie om de iPhones van een moordschutter te ‘openen’. Dat is al eerder in 2016 gedaan en toen hield het bedrijf zijn poot stijf. Uiteindelijk zou de klus geklaard zijn door een Israelisch bedrijf. Ook nu zet Apple weer de hakken in het zand, maar wel veel voorzichtiger gegeven de (nog) goede band met president Donald Trump.
Advocaat-generaal William Barr heeft het bedrijf gevraagd om hulp om de twee telefoons van een schutter die vorige maand dood en verderf zaaide op een marinebasis in Pensacola. Medewerkers van Apple verbazen zich er met enige verbolgenheid over dat justitie nauwelijks heeft geprobeerd om, eventueel met hulp van derden, in te breken in de telefoons.
Trump had zijn woord direct al klaar. “We helpen Apple op allerlei manieren en nu weigeren ze de telefoons te ontgrendelen die worden gebruikt door moordenaars, drugshandelaars en andere gewelddadige misdadigers”, twitterde de Amerikaanse president. “Ze moeten ons geweldige land helpen.”
Geen verklaring
Apple wilde dinsdag nog geen verklaring geven. Het stelde wel dat versleuteling vitaal is voor de bescherming van “ons land en onze gebruikers”. Apple is al in gesprek met de overheid over de vraag of privacy en veiligheid elkaar bijten. Het bedrijf stelt geen achterdeurtjes voor justitie in te willen bouwen in de beveiliging van de iPhones. Dat zou het hellend vlak zijn dat uiteindelijk uitkomt op de beknotting van de privésfeer van burgers, vindt het bedrijf.
Bron: New York Times