Er wordt steeds vaker geknoeid aan de hersens. Er zijn al implantaten voor epilepsiepatiënten, maar wat gebeurt er als er technieken komen die je hersens kunnen ‘lezen’? Daar wordt al aan gewerkt. Wordt het zo langzamerhand niet eens tijd om privacyregels aan te passen aan die op til staande technieken?
In juli dit jaar kreeg een bedrijf Synchron toestemming van de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten om een klinische proef uit te voeren met een hersen/computerkopppeling in mensen. Neuralink van de roemruchte Elon Musk hakt ook met dat bijltje. Synchron heeft al met succes elektrodes bij verlamden geïmplanteerd, waarbij de gegevens draadloos worden overgebracht naar een computer. Die worden daar ‘vertaald’ en gebruikt voor commando’s om, bijvoorbeeld, de patiënten berichten te laten versturen.
Die hersen/computerkoppelingen worden gezien als manier om gehandicapten (weer) ‘handen en voeten’ te geven. “De schedel fungeert als bolwerk van onze privésfeer”, zegt de Australische hersenchirurg. “Dat is het laatste privédeel van onszelf. Niemand kan in je brein kijken. Je kunt alleen via onze mond en lichaam afleiden wat er daar gebeurt. Voor mensen die dat niet kunnen is dat vreselijk. Wij helpen wat er in hun lichaam is naar buiten te brengen. Het gaat ons alleen om medische problemen.”
“De mogelijkheden van neurowetenschappen om ons leven te verbeteren zijn bijna onbeperkt”, zegt David Grant van de universiteit van Melbourne. “Om dat te bereiken moet je echter diep ingrijpen.” Grant maakt zich niet druk over de dingen die Synchron doet, maar hij vraagt zich wel af wat er gebeurt als die technieken van medische doeleinden verschuiven naar de wilde wereld van de commercie. Dat zou, denkt Grant, kunnen leiden tot een voortgaand verlies van de heerschappij over onze eigens hersens. Het is nog niet zover, maar als je de ambities hoort over de lonkende wereld van het metaversum van Zuckerberg dan kan je je toch alleen maar ongerust maken. Sommige landen zouden al maatregelen treffen om hun burgers te beschermen tegen het verlies van de zelfbeschikking over hun hersens.
Hersenrechten
In 2017 hield de jonge bioethicus Marcello Ienca van de ETH in Zürich zich daar al mee bezig. Er zou volgens hem een nieuw recht moeten komen: het hersenrecht, de vrijheid te bepalen wie toegang heeft tot je hersens. Hij is inmiddels hoogleraar en adviseert onder meer de Europese Raad, de VN en de OESO over de gevolgen van technologie op het menszijn.
“In 2015 ging het wettelijke debat overneurotechnologie vooral over strafrecht”, zegt Ienca. “Dat was vooral theoretisch, maar de hersen/computerkoppelingen waren er al.” Zes jaar geleden ging het over fouten van de apparatuur en wie daarvoor verantwoordelijk is en of neurotechnologie gebruikt kon worden als bewijsmateriaal, maar voor de ethicus was er meer aan de hand. Technologie die bedoeld is om de hersenactiviteit te beïnvloeden had ook de mogelijkheid invloed te hebben op de persoon (als tegengestelde van niet-persoon). Hersenrechten gaan ook, vindt hij, om het recht gebruik te maken van de voordelen van hersenwetenschap en -technologie. De lusten, maar niet de lasten.
Hersenchirurg Oxley is het daar mee eens, maar hij is het ook eens met Grant dat de privacy van onze hersens bescherming verdient. Voor hem zijn hersenrechten absoluut wezenlijk.
Grant denkt dat hersenrecht niet voldoende is om de privacy van onze hersens te waarborgen. “Het idee van privacy wordt nutteloos bij dergelijke vergaande technieken.” Er zijn al koptelefoons waarmee de concentratie zou worden verhoogd. Ze worden in China al in de klas gebruikt of petten die vermoeidheid verdrijven. Zulke systemen gebruiken gegevens van de hersenactiviteit. Waar en hoe die bewaard worden is volgens Grant moeilijk na te gaan en nog lastiger in de hand te houden. “Het is naïef om te denken dat we dat wel even in een wet regelen.”
Zijn oplossingen zijn radicaal, geeft hij ook toe. Er zouden persoonlijke algoritmes moeten komen die fungeren als een soort webtra tussen iemands hersens en de digitale (zeg maar metaversum-) wereld. Dat moet iemands hersens beschermen tegen ongeoorloofde toegang.
Er zijn al landen die zich voorbereiden op de toekomst. Zo heeft Frankrijk dit jaar een voorstel goedgekeurd om het recht op mentale integriteit te beschermen. Spanje werkt aan iets dergelijks en de Italiaanse privacywaakhond vraagt zich af op de privacy van je geest valt onder de huidige privacywetgeving.
Kennelijk wordt er aan gewerkt, maar in hoeverre zijn die zaken afdoende? Voorlopig zou ik de Googles en Facebooks maar verre van je houden en vertrouw ook niet al te veel op de lol en het nut van virtuele werkelijkheid (zou ik zeggen; as). Aan mijn hersens geen polonaise…
Bron: the Guardian