Fastly veroorzaakte gister een uitval van delen van het wereldwijde web, waardoor weblocaties van bedrijven en organisaties niet langer toegankelijk waren. Die uitval duurde ongeveer een uur. Ik had nog nooit van dat bedrijf gehoord. Het Amerikaanse (web)blad vraagt zich af hoe het mogelijk is dat een onbekend bedrijf macht kreeg over delen van het wereldwijde web.
Wired schijnt ook getroffen te zijn door de storing. Het enige dat de slachtoffers gemeen hadden was de webinhoudleverancier (in Engelse afko CDN). Dat was dus Fastly. Met Cloudflare en Akamai zijn dat de grootste aanbieders van informatie op het web. Misschien heb je nog nooit van die bedrijven gehoord, maar ongetwijfeld heb je wel met ze te maken (gehad).
Fastly schijnt nogal terughoudend te zijn met informatie over de oorzaak van de uitval. Het voorval toont echter aan hoe fragiel en kwetsbaar de infrastructuur van het wereldwijde web is, vooral als die afhankelijk is van een paar bedrijven die ver buiten de schijnwerpers opereren.
De artikelen die je leest, de films die je ziet en de muziek die je hoort (enzovoort) staan allemaal ergens op servers. Die moeten, zo zijn nu eenmaal de ‘spelregels’, zo snel mogelijk bij de smachtende zoeker terechtkomen. Dat doe je door die informatie op verschillende plekken op de wereld op te slaan, waardoor de wachttijd wordt bekort.
Dit artikel dat je nu leest is mogelijk een kopie van het oorspronkelijke stuk. Fastly heeft faciliteiten in tenminste 58 steden over de hele wereld, in grote steden als Londen, Singapore en Los Angeles zelfs meer dan een. Alles bijeen versturen die zo’n 130 terabyte per seconde.
Die bedrijven brengen de informatie op het web niet alleen dichter bij de gebruiker, maar helpen de boel ook over het web te versturen. Dat lijkt op verkeersregeling. Als zo’n aanbieder de mist in gaat, waardoor dan ook, dan kan dat gevolgen hebben voor het internetverkeer. Dat hoeft niet per se te leiden tot uitval (maar dat deed het wel).
Onduidelijk
Wat er gebeurd is, is onduidelijk. Fastly heeft het over ‘dienstconfiguraties’. Dat kan van alles betekenen, het enige wat zeker is dat die configuratie voor problemen heeft gezorgd.
Volgens Wired is het verbazingwekkend dat er problemen konden ontstaan aangezien dit soort bedrijven er op zijn gericht om ‘opstoppingen’ juist te voorkomen. Er is veel reserve op het web. Als een server niet goed werkt, dan nemen andere dat over. Als een volledig datacentrum uitvalt dan kan dat probleem verdeeld worden over een aantal datacentra. Dat moet er voor zorgen dat het verkeer altijd kan ‘doorrijden’.
Als het dan toch mis gaat dan wijst dat op fouten in de programmatuur of op een configuratiefout waarbij verschillende servers zijn betrokken, maar zelfs dan hoeft het niet mis te gaan. Amazon had het probleem in twintig minuten opgelost daar naar een andere informatieleverancier over te stappen. Weblocaties die alleen via Fastly werken moesten wat langer wachten.
“De uitval was het resultaat van een monocultuur”, zegt Roland Dobbins van het beveiligingsbedrijf Netscout. Hij raadt bedrijven aan die een aanzienlijk hoeveelheid informatie op het web hebben om met meer dan een ‘informatieleverancier’ in zee te gaan. Het vervelende is dat het aantal mogelijkheden beperkt is. Het wereldwijde web wordt in toenemende mate door steeds minder bedrijven ‘gestuurd’.
Bron: Wired