De warmtekaart werd uitgebracht in november vorig jaar. De kaart zou zijn samengesteld uit driebiljoen gps-gegevens in twee jaar tijd verzameld van mensen die loopapps gebruiken en hun gegevens delen met Strava. Dat kunnen ze ook rechtstreeks doen (en niet via de toepassing).
In veel delen van Europa en Noord-Amerika is de kaart ‘wit’ door al die bewegelijke en sportieve mensen die het kennelijk leuk vinden hun gegevens over de wereld te slingeren. In oorlogsgebieden zoals Syrië of Jemen is het een stuk rustiger en in Afrika kun je daaraan vooral zien waar westerlingen zich ophouden en, daarmee ook, hun werklocaties. Dat kunnen VN-vertegenwoordigers zijn, liefdadigheidsorganisaties of militaire bases.
Het Amerikaanse leger
Het Amerikaanse leger heeft het gebruik van toepassingen als Fitbit in het verleden gestimuleerd. 2500 militairen kregen in 2013 volgsysteempjes. Twee jaar later stapte ook de Amerikaanse zeemacht in de digitale fitheidsrage en Amerikaanse mariniers werden uitgerust met volg’klokjes’. Het vorig jaar kondigde het Amerikaanse leger aan om volgarmbanden aan te schaffen om te weten waar hun soldaten uithangen.
Toen de warmtekaart onder de aandacht werd gebracht door de Australiër Nathan Ruser, die iets doet met internationale veiligheid, ontdekten mensen allerlei Amerikaanse activiteiten. Nu zijn de Amerikaanse militaire autoriteiten wat bezorgd geraakt. Het Amerikaanse leger schijnt nu maatregelen te hebben genomen om de digitale gegevens niet zo maar in de rondte te laten slingeren. Ook andere militaire VS-organisaties zijn bezig richtlijnen op te stellen voor het delen van sportieve gegevens overzee. Ja dat krijg je met die verrekte digitale, altijd-verbonden generatie.
Bron: the Intercept