Springer-baas Döpfner vindt Google te machtig

Mathias Döpfner van Axel Spinger

Springerbaas Mathias Döpfner is bang voor Google (foto: FAZ)

Dat nu uitgerekend de uitgever van een van de controversieelste kranten ter wereld, Bild Zeitung, moord en brand schreeuwt over de macht van het Amerikaanse bedrijf Google. Mathias Döpfner is de naam een hij geeft leiding aan een ‘pulpuitgeverij’. Hij deed zijn beklag gister in de Frankfurter Allgemeine Zeitung, Dat beklag had de vorm van een open brief aan Google-baas Eric Schmidt. Eerder had Schmidt in de kolommen van dezelfde krant Duitse uitgevers opgeroepen tot meer samenwerking en had de samenwerking met Axel Springer als lichtend voorbeeld genoemd. Döpfner zegt bang voor Google te zijn. Google, de wereldbank voor gedragsuitbating.

“We hebben niet het initiatief (in de relatie met Google; as). We hebben geen andere zoekmachines om  onze aanwezigheid op het web te stabiliseren en te ontwikkelen. Google heeft ons niet nodig, wij Google wel”, schrijft de machtige Duitse uitgever klagerig. Google kan simpelweg de zoekresultaten manipuleren. “Dat is met een van onze filialen gebeurd en dat is niet toevallig.” Döpfner zou hardop zeggen wat zijn collega-uitgevers in Duitsland denken. Google heeft een ondoorzichtig monopolie opgebouwd zonder respect voor de concurrentie, waartegen een gevecht bij voorbaat kansloos zou zijn. Google zou in Duitsland 70% van de webinkomsten opstrijken, waarbij het zou teren op de Duitse uitgevers die in inhoud investeren. In Duitsland moeten zoekmachines kennelijk betalen voor het gebruiken van andermans ‘inhoud’, maar het gebruik van samenvattingen is gratis. Die wet waarin dat gesteld wordt, is bedoeld de machtige zoekmachines (lees Google) te temmen, maar dat is allesbehalve gelukt. Zo zou Google News moeten betalen voor het overnemen van berichten, maar dat weigert het. Beetje hetzelfde verhaal als met Google Books. Döpfner klaagt over de ‘onteigening’ van inhoud, maar dat is in zijn visie slechts de eerste fase. “Hetzelfde gebeurt er met de persoonsgegevens. De vraag hoe mensen in elkaar zitten zal een van de grote vragen in de toekomst zijn.(…) Als fossiele brandstoffen de aandrijving vormden voor de 20ste eeuw, zo zijn gebruikersprofielen en gegevens dat voor de 21ste.” Vergeet Big Brother, Google is beter. Alleen dictaturen, zegt Döpfner, vragn van hun onderdanen transparantie.

Het grote probleem voor de Döpfners is natuurlijk dat grenzen vervagen en daarmee wetten op losse schroeven worden gezet. Google-oprichter Larry Page droomt volgens de Springer-baas van een vrije stroom van gegevens in een wereld zonder democratische controle.
Duitsers zijn extra gevoelig voor kwesties die de privésfeer raken. De onthullingen van Snowden hebben bij onze oosterburen veel meer stof opgeworpen dan in Nederland, maar het klinkt toch wel vreemd dat een baas van een krant die het niet zo nauw neemt met de werkelijkheid  en de privésfeer, zich keert tegen een succesvoller ‘concurrent’. Wat let Döpfner om zelf een zoekmachine in elkaar te steken, maar vooral waarom doet hij zaken met een systeem dat hij verafschuwt. Omdat hij niet anders kan, zegt hij. Rare man, die Döpfner (waar mee ik niet wil zeggen dat Google deugt). Döpfner gaat er maar heel gemakzuchtig van uit dat Google onverslaanbaar is. Met zo’n houding heeft Google inderdaad niets te duchten.

Bron: Le Monde

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.