EP-er Sophie in ’t Veld (D66) (afb: EP)
Volgens een commissie van Europarlemetariërs zouden verschillende EU-lidstaten gebruik maken van de beruchte spiewaar zoals Pegasus van de Israëlische NSO Group. Eerder deze week stemden het Europees Parlement over de acceptatie van het verslag van de EU-commissie onder aanvoering van CDA-er Jeroen Lenaers. Commissielid Sophie in ’t Veld (D66) verwacht niet dat de gebruikte spiewaar in de EU zal worden verboden, maar wel dat er strengere regels zullen komen.
Cyberspeurders zouden sporen van Pegasus en andere spiewaar gevonden hebben in Polen, Hongarije, Spanje en Griekenland. Harde bewijzen zouden er niet zijn, hetgeen mede veroorzaakt wordt doordat de landen niet willen meewerken, volgens het Nederlandse EP-lid Sophie in ’t Veld. De EP-commssie heeft vorig jaar november al een verslag uitgebracht.
In ’t Veld wil ook een betere definitie van het begrip ‘nationale veiligheid’. Dit omdat die veelvuldig gebruikt wordt als voorwendsel om journalisten en politieke opponenten te ‘volgen’. “Het is altijd ‘nationale veiligheid’ en dan dan krijg je geen informatie meer. Dan geldt de wet niet meer. Dan gaan alle luiken en deuren dicht.” In ’t Veld wil dat de Commissie de komende maanden heel scherp toeziet welke EU-landen zich niet aan de regels hebben gehouden.
In het eindrapport stellen de EP-ers dat het gebruik van Pegasus in Polen onderdeel is van een bewakingssysteem waarmee oppositie en critici in de gaten worden gehouden om ervoor te zorgen dat de rechtse regering aan de macht blijft. Volgens het rapport gebruikt(e?) Hongarije de spiewaar in een gerichte campagne om de vrijheid van meningsuiting op zeep te helpen.
Weinig reactie
De commissie stelt vragenlijsten gestuurd te hebben naar alle 27 lidstaten, maar dat weinig landen relevante informatie gaven. Sommige landen, waaronder Nederland, namen niet eens de moeite te antwoorden. Andere landen weigerden informatie met een verwijzing naar nationale veiligheid. Ook weigerden de landen aan te geven waar slachtoffers met hun klachten terecht kunnen voor hulp. “Niet een”, zegt In ’t Veld.