Volgens een rapport van Freedom House staat de vrijheid op het wereldwijde web in toenemende mate onder druk. Dat komt niet alleen door ingrepen van autoritaire overheden en dictaturen maar ook van in naam democratische landen. Zo zou die vrijheid in de VS voor het vijfde achtereenvolgende jaar achteruit zijn gegaan, die in de hele wereld voor het elfde opeenvolgende jaar. In dat spel spelen de de grote techbedrijven als Google en Facebook een soms zeer kwalijke rol.
Onlangs gooiden Apple en Google een toepassing voor de parlementsverkiezingen in Rusland van Kremlincriticus Navalny uit hun Russische winkel. Die waanzinnig rijke bedrijven hebben, bij gebrek aan andere, hun eigen regels gecreëerd, die er louter op gericht zijn nog meer binnen te halen. Daarbij hebben ze, uiteraard, schijt aan mensenrechten. Daarnaast zijn autoritaire regimes driftig bezig de bewegingsvrijheid van hun onderdanen op het web drastisch te beperken met China als absolute koploper. Freedom House, dat gevestigd is in de Amerikaanse hoofdstad, constateert echter dat ook in de VS de verscheidenheid aan nieuwsbronnen verschraalt en dat daar complottheorieën en misinformatie welig tieren. Dat laatste zou je overigens een gevolg van vrijheid kunnen noemen en niet zozeer een inperking daarvan,
Het jaarverslag (het eerste verscheen in 1973) maakt gebruik van een standaardindex om de vrijheid op het web te meten op een schaal van 100. Daarbij gaat het om vragen rond de infrastructuur, de overheidsinvloed, de drempels voor toegang en de regels over de aangeboden inhoud. 100 is absolute vrijheid, maar die wordt nergens bereikt.
Biden
Volgens het rapport is de komst van president Joe Biden goed geweest voor de internetvrijheid, na de Trump-terreur, maar beloften zijn nog geen daadwerkelijke maatregelen. Biden moet het nog waarmaken. Elders op de wereld zijn overheden bezig hun ‘onderdanen’ te beperken in het gebruik van het web. Mensen die zich via internet uiten en vredelievend zijn, worden gearresteerd. In ten minste twintig landen is de toegang tot internet tijdelijk onmogelijk gemaakt, terwijl ook in twintig landen toegang tot sociale media werd geblokkeerd.
De grootste daling van de vrijheidsindex vond plaats in Birma, Wit-Rusland en Oeganda. China is volgens het rapport de grootste knevelaar als het gaat om bewegingsvrijheid op het web. Volgens nieuwe wetgeving staan er zware straffen op voor het regime onwelgevallige uitingen op het web. Zo kreeg een criticus van het coronabeleid van China een gevangenisstraf van achttien jaar.
Ook in India, de grootste democratie ter wereld, gaat het niet goed met de vrijheid op internet. Zo werd Twitter gedwongen kritiek op de Indiase overheid te verwijderen en werd de toegang tot internet voor inwoners van Kasjmir geblokkeerd. Ook in Nigeria en Turkije greep de overheid verschillende malen in.
Techbedrijven
Buiten de inperkende activiteiten van (ook democratisch gekozen) overheden is de onaantastbaarheid van de grote techbedrijven een probleem voor de vrijheid van de burger op internet. Verschillende landen hebben akkevietjes met techbedrijven (meestal over het verzamelen van gegevens), maar de opstellers verwachten dat die aanklachten (er schijnen er tientallen te lopen) weinig aan de situatie zullen veranderen. “In de gevechten tussen techbedrijven en overheden zijn meestal de mensenrechten het slachtoffer”, zegt Allie Funk, een van de opstellers van het rapport.
Bron: the Guardian