De EU wil per verordening, die (indien aangenomen) alle EU-landen verplicht zijn op te nemen in hun wetboeken, terroristische uitingen op internet onmogelijk maken. Al eerder vond de EU dat nepnieuws moest worden tegengegaan. Daarmee treedt de EU in de voetsporen van China, de dictatuur die een steeds grotere greep op het wereldwijde web krijgt om zo te voorkomen dat de Chinezen Xi onwelgevallig nieuws onder ogen krijgen.
Steeds meer landen neigen er toe in te grijpen in het verkeer op het wereldwijde web. Australië heeft na de moordaanslag op moskeegangers in Christchurch razendsnel een wet aangenomen om de verspreiding van terreurbeelden tegen te kunnen gaan. Het Verenigd Koninkrijk wil meer vat krijgen op wat er via de sociale media wordt verspreid en nu dus dat idee van de EU (na zich eerder druk gemaakt te hebben over nepnieuws).
Dat gebeurt allemaal met de beste bedoelingen, maar begint toch heel naar te ruiken. Censuur ligt op de loer. Het is natuurlijk duidelijk dat met de nieuwe media de gewone burger veel meer mogelijkheden heeft zijn ideeën te verspreiden dan met de oude, in hoofdzaak, papieren media, maar bestuurders van democratische landen zouden zich moeten afvragen of de middelen die worden voorgesteld (webfilters) niet erger zijn dan de kwaal. Wie bepaalt wat niet door de beugel kan? Een algoritme? De EU-commissaris voor digitale media? De politie?
Europese Commissie
De Europese Commissie heeft afgelopen herfst een voorstel voor de verordening gemaakt. Als die wordt aangenomen dan moet terroristische inhoud binnen het uur van het web gehaald worden nadat Europol of de nationale politie daartoe heeft opgedragen. In het oorspronkelijke ontwerp wilde de EC zelfs het plaatsen van die inhoud voorkomen met behulp van filters. In China hebben ze daar goede ervaringen mee. Hoe webstekken en discussieplatforms op internet daaraan kunnen voldoen is vrij duister. Dat komt allemaal dan weer bovenop de nieuwe EU-regels voor het web met betrekking tot het auteursrecht.
‘Web’uitvinder Bernes-Lee heeft onlangs weer eens zijn zorgen geuit, maar hij is al jaren een roepende in de woestijn, zo lijkt het.
Voldoen aan dergelijke spelregels is zelfs voor de grote spelers op het web als Facebook en YouTube al een welhaast onmogelijk karwei, zoals het verspreiden van de beelden uit Christchurch in Nieuw-Zeeland laat zien. De beelden kunnen dan wel verwijderd worden van de server waar die op gezet zijn, maar zulke zaken worden onmiddellijk gekopieerd en doorgegeven. Hoe moeten de kleinere actoren op internet dat dan voor elkaar krijgen? Alweer neig ik te zeggen dat ze maar eens bij mijnheer Xi langs moeten gaan.
Trouwens, wat kan als terroristisch worden aangemerkt? Wie bepaalt dat en hoe? In de goeie ouwe (papieren) tijd werd dat soort klussen opgeknapt door rechters, maar gaat de nationale politie of Europol dat nu bepalen? Ach, we zijn toch al bezig om te morrelen aan onze eigen rechtstaat door officieren van justitie als rechter te laten functioneren met als domme smoes dat daarmee de rechters moeten worden ontlast; een aanfluiting voor een rechtstaat.
“Het voorstel is breed gehouden en daardoor een karikatuur van het strafrecht”, zegt Martin Scheinin, hoogleraar internationaal recht en mensenrechten aan de Europese universiteit in Florence. “Het ontwerp streeft naar een allesomvattende dekking van webinhoud van potentieel misdadige aard, maar je moet zo’n maatregel alleen in uiterste gevallen inzetten waar die duidelijk zichtbaar is en die een aanzetting tot terrorisme is.”
Scheinin wijst naar Spanje, waar het onafhankelijkheidsstreven van de Basken of Catalanen nogal gevoelig ligt of naar een land als Hongarije met zijn populistische regering. “Dit is volledig nieuwe dimensie van transnationale macht die je landen geeft over webplatforms in andere (EU-;as)landen. Dat is een zeer ernstig probleem, gekoppeld aan het ontbreken van effectieve middelen te voldoen aan die tijdlimiet van een uur.”
Bron: der Spiegel