Het Europees Hof voor de mensenrechten in Straatsburg heeft bepaald dat bedrijven niet zo maar het berichtenverkeer van hun werknemers in de gaten mogen houden. Ze zullen dat de werknemer vooraf eerst kenbaar moeten maken. Eerder had het Hof al bepaald dat privacy een fundamenteel mensenrecht is. Aangesloten landen, vrijwel alle landen in Europa plus Turkije, moeten er volgens het Hof voor zorgen dat de privacy van de Europese burger op de werkplek ook beter wettelijk wordt geregeld.
De kwestie was bij het Hof in Straatsburg aangespannen door Bogdan Mihai Barbulescu, een Roemeen die gebruik maakte van de berichtendienst van Yahoo om met zijn klanten te communiceren. Zijn werkgever kwam er echter achter dat hij ook persoonlijke gesprekken had gevoerd met zijn zuster en zijn verloofde, waarna ontslag volgde (de zaak speelt in 2007).
Barbulescu verloor een geding in zijn geboorteland en stapte toen naar het Hof in Straatsburg. In januari 2016 oordeelde het Hof nog dat het “niet onredelijk is als een werkgever in de gaten houdt of zijn/haar werknemers zich tijdens kantooruren ook daadwerkelijk met hun werk bezig zijn.” Nu bepaalde het Hof met de kleinst mogelijke meerderheid (zes van de elf rechters), dat de werkgever fout zat.
Het Hof merkte in zijn vonnis op dat er maar een paar Europese landen zijn waar het recht op privacy op de werkplek in de wet is geregeld: Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Finland, Luxemburg, Portugal en Slowakije. De uitspraken van het Hof gelden in de 47 landen die aangesloten zijn bij de Raad van Europa, nagenoeg alle landen in Europa plus Turkije.
Bron: New York Times