Grote Broer rukt op

Het Amerikaanse bedrijf Geofeedia heeft volgens de Amerikaanse burgerrechtenorganisatie ACLU programmatuur geleverd aan opsporingsautoriteiten om via sociale media mensen in de gaten te houden. Zo zou de politie in Baltimore via dat programma mensen hebben proberen te traceren die hadden geprotesteerd na het doodschieten van Freddy Gray door de politie.

Geofeedia zou al meer dan 500 klanten hebben zoals de politie van Baltimore, zo stelt de ACLU. In feite is het programmatuur die die ook bedrijven gebruiken om te achterhalen wat er van hun reclame op de sociale media terechtkomt. Facebook, Twitter en Instagram zeggen dat ze Geofeedia de toegang tot hun informatie hebben ontzegd, maar burgerrechtadvocaten betichten de sociale media van laksheid. “Deze platforms zouden meer kunnen doen om de burgerrechten van gekleurde activisten te beschermen”, zegt ACLU-advocaat Matt Cagle. “Als ze hun deuren openzetten voor bedrijven die spionageproducten verkopen, dan riskeren ze dat hun gebruikers worden benadeeld.”

Uiteraard is zowel de politie in Baltimore als de leiding van Geofeedia zich van geen kwaad bewust. “We helpen om de openbare veiligheid te waarborgen met inachtneming van de burgerrechten en -vrijheden”, zegt Geofeedia-baas Phil Harris. Volgens hem heeft zijn bedrijf het beleid om misbruik te voorkomen. Overigens schijnt de programmatuur ook verkocht te worden aan journalisten. De New York Times had die op proef, maar heeft sedert 2015 geen toegang meer.
Volgens de ACLU neemt het begluren van sociale media hand over hand toe. Cagle: “Berichten op sociale media kunnen veel onthullen, zoals de verblijfplaats, de godsdienst, je vrienden. Gebruikers verwachten niet en willen ook niet dat de overheid meekijkt en ze hoeven niet te worden weggezet als mensen die een risico zijn voor de openbare veiligheid als ze hun mening geven.”

Bron: New York Times