De Amerikaanse overheid heeft ook de tweede zaak tegen Apple over het openbreken van een iPhone laten vallen. Het ging om het openbreken van een iPhone van een verdachte in een drugszaak. Iemand zou de federale recherche de toegangscode van de telefoon hebben verschaft. Eerder lieten de Amerikaanse autoriteiten een zaak tegen Apple stopzetten over het openbreken van een mobiel van de San Bernardino-moordenaar Saïd Farook, nadat diens telefoon, met hulp van buiten, was gekraakt.
De Amerikaanse overheid, vooral bij monde van FBI-chef James Comey, beweert dat de opsporingsdiensten zonder hulp van de techbedrijven belangrijke informatie mislopen in hun strijd tegen misdaad en terrorisme. Die wil dat de techbedrijven achterdeurtjes inbouwen in hun beveiligingssytemen van telefoons een computers, maar de techbedrijven peinzen daar niet over. Achterdeurtjes voor politie of inlichtingendiensten zijn net zo goed achterdeurtjes voor misdadigers en andere spionagediensten, stellen die (met reden). Al vaker is daar tegenin gebracht dat de bestrijding van terrorisme en misdaad niet staat of valt met het inbreken in beveiligde telefoons. Criminelen en terroristen kennen hun pappenheimers ook wel. Op de telefoon van Farook zou tot nog toe geen ‘handzame’ informatie zijn gevonden. De overheid wenste geen nadere informatie te verstrekken over de persoon die de toegangscode verstrekt heeft. Apple onthield zich van commentaar.
Het ziet er naar uit dat de Amerikaanse overheid gaandeweg de bereidheid van, in ieder geval, Apple heeft verspeeld haar te helpen. Tot 2013 was het gebruikelijk dat het bedrijf de politie hielp bij het ontsluiten van iPhones. Mede door de onthullingen van Edward Snowden over de al te nieuwsgierige inlichtingendienst NSA , ging Apple meer aandacht aan beveiliging en de privésfeer schenken. Zo was het in de nieuwe modellen van de iPhone niet langer meer mogelijk door de overheid om gegevens te ’tappen’.
Vorig najaar gooide Apple de komt tegen de krib en weigerde nog langer mee te werken met de overheid bij het inbreken. Op basis van een oude wet, de All Writs Act (een ‘writ’ is een (gerechtelijk) bevel) probeerde de overheid het bedrijf aan te pakken. De poging Apple te dwingen medewerking te verlenen in de drugszaak werd wankel toen de verdachte bekende. Toch gaf de overheid niet op in de hoop een precedent te scheppen, terwijl al eerder een federale rechter ten faveure van Apples standpunt had geoordeeld.
Volgens het Amerikaanse ministerie van justitie was het niet de bedoeling een precedent te scheppen, maar ging het louter over het ontsluiten van bewijsmateriaal. “Nu we toegang hebben gekregen tot die informatie, hebben we de rechter op de hoogte gesteld en onze eis om medewerking te verlenen laten vallen”, schrijft woordvoerster Emily Pierce in een verklaring. De vraag is wie er nog meer toegang tot de telefoon van de verdachte had. Apple had de FBI al gesuggereerd het gewoon aan de verdachte te vragen. De FBI lijkt me een organisatie van luie dienders.
Bron: the Guardian