Een federaal Amerikaans hof heeft het beroep van de inmiddels gestaakte onderneming Lavabit verworpen. Lavabit was het bedrijf dat beveiligde e-postdiensten aanbood, waar, onder veel meer, klokkenluider Edward Snowden gebruik van zou hebben gemaakt. Lavabit wenste niet mee te werken aan het vrijgeven van de metadata van een bepaalde gebruiker (zoals ‘van’ en ‘aan’ en de IP-adressen), ondanks een gerechtelijk bevel. Het zou om het Lavabit-profiel van Snowden gaan. De uitspraak heeft geen betrekking op de belangrijke vraag of bedrijven de codesleutel van het beveiligingssysteem aan de overheid moeten geven als het om een verdachte persoon gaat.
De hele zaak begon afgelopen juni toen Lavabit een gerechtelijk bevel kreeg (een ‘penregisterbevel’) om de metadata van een bepaald profiel te verstrekken. Lavabit-baas Ladar Levison weigerde met als argument dat dat technisch onmogelijk was, zonder de hele programmatuur te veranderen die juist was ontworpen om zijn klanten te beschermen. Hij wilde de gegevens wel verzamelen en ze uiterlijk binnen 60 dagen overhandigen aan de overheid. Later bood hij een snellere oplossing aan, maar de FBI wilde de gegevens direct hebben.
In juli had Levison een huiszoekingsbevel aan zijn broek, waarbij de FBI het had gemunt op de beveiligingssleutel van het SSL-systeem. Daarmee zouden de gegevens van de verdachte direct kunnen worden afgetapt. De FBI beloofde de 400 000 andere klanten van Lavabit niet te bespioneren. Levison gaf de codesleutel in 4-punts-letters, een plagerij. Het hele gedoe eindigde er in dat Levison het bedrijf sloot.
Levison vocht, gesteund door burgerrechtenorganisaties als ACLU en EFF, de gerechtelijke bevelen aan, maar het beroepshof achtte de meeste van Levinsons argumenten niet ontvankelijk, omdat hij die niet bij een lagere rechtbank had aangekaart. Daar was hij zonder advocaat verschenen
Dit geval is het enige voorbeeld waarbij een districtsrechter een internetbedrijf opdracht heeft gegeven de de SSL-sleutel te overhandigen aan de overheid. Volgens ACLU-advocaat Brian Hauss richtte de rechtbank zich voornamelijk op procedurele aspecten en niet op argumenten. “Op argumenten denken we dat het duidelijk is dat er grenzen zijn voor de overheid om internetbedrijven te dwingen tot medewerking aan haar spionageactiviteiten.”
Bron: Wired