Vorige week meldde het sociale medium Twitter in een jaar tijd 125 000 gebruikersprofielen te hebben verwijderd voor het onderschrijven of bevorderen van bedreigingen met geweld of van terroristische acties, meestal verbonden met de Islamitische Staat (IS). Volgens Twitter is er geen manier om automatisch overtreders van de regels van het medium op te sporen. “Zoals vele deskundigen en andere bedrijven al hebben opgemerkt is er geen magisch algoritme voor het achterhalen van terroristische inhoud op internet”, laat het bedrijf weten.
“Als open platform hebben we steeds gezocht naar een evenwicht in het handhaven van onze regels, de wet en de mogelijkheid voor gebruikers hun ideeën vrijelijk te delen, met inbegrip van ideeën die mensen niet aanstaan of zouden kunnen mishagen”, stelt Twitter in een toelichting. In januari vergaderde de Amerikaanse veiligheidstop in Silicon Valley met vertegenwoordigers van techbedrijven om ze te vragen technologie te ontwikkelen om het terroristen op internet lastiger te maken en om ze beter op te kunnen sporen (dat klinkt vrij tegenstrijdig).
Wetenschappers denken dat dat onmogelijk is, gegeven het feit dat terroristische aanslagen zeldzaam zijn (?; as) en de onvoorspelbare omstandigheden rond die aanslagen. Dat heeft bedrijven zoals het door CIA gefinancierde Palantir er niet van weerhouden naar die technologie op zoek te gaan. Het resultaat zou niet om over naar huis te schrijven geweest zijn. Het risico bestaat dat door deze schijnoplossingen nog meer mensen dan nu al gebeurt zullen worden lastiggevallen door officiële terrorismebestrijders.
Twitter moet het doen met menselijke waarneming, meldingen van gebruikers gevolgd door het delicate proces van afwegen. Dat klinkt niet heel erg anders dan Facebook doet. Dat bedrijf heeft een groep mensen die af gaat op klachten, die dan gaat zoeken naar soortgelijke ‘misbruikers’. De Amerikaanse techbedrijven bedanken feestelijk voor de rol van terroristenjagers zoals twee Amerikaanse senatoren hebben voorgesteld.
Bron: the Intercept